YA-Auteur

Demi Stein, stagiair bij Bazarow, vroeg mij of ik een interview met haar zag zitten. Na een super toffe video call, waarbij mij de hemd van het lijf werd gevraagd, is het interview gepubliceerd in Bazarow magazine!

Artikel door Demi Stein

Hoe was jij vroeger als kind? Speelde je veel buiten, of was je altijd wel met een boek te vinden? 
“Ik speelde heel erg veel buiten, met mijn buurjongen. Dan waren we bijvoorbeeld met stoepkrijt of een skippybal bezig. Als kind had ik wel een boxje met vierkante boekjes, ‘Berenboekjes’ heette dat. Echt lezen begon pas op de basisschool. Het eerste boek dat ik mij echt kan herinneren dat ik las was De verborgen tuin van Ada Ooms. Dat is het eerste kinderboek dat ik ooit kreeg en wat ik ook twee tot drie keer heb gelezen. Daarna kwam de Kippenvel-serie van R.L. Stine en de Hoe overleef ik-boeken van Francine Oomen.”

Welke auteur was jouw inspiratie om te beginnen met schrijven?
“De boekenserie waardoor ik ben gaan schrijven is The Mortal instruments-serie van Cassandra Clare, en dan vooral The Infernal devices, dat zijn nog steeds mijn favoriete boeken. De sfeer die ik daarbij voelde zorgde ervoor dat ik dacht ‘zo’n sfeer wil ik ook overbrengen in boeken’.”

Je schreef al op jonge leeftijd verhalen. Waar gingen jouw eerste verhalen over?
“Het eerste verhaal dat ik mij kan herinneren en ook voorlas aan de klas, ging over een meisje met haar zwarte kat in Egypte. Zij ging allemaal piramides in en beleefde daar allerlei avonturen.

De andere verhaaltjes waren tienerverhaaltjes gebaseerd op mijn eigen leven toen ik 13/14 jaar oud was, maar dan wat meer aangedikt. Als ik dan ergens bang voor was, bijvoorbeeld voor brand, dan ging ik schrijven dat een huis volledig affikte.”

Ik denk dat het een goede manier is om je schrijftalent verder te ontwikkelen. Het gewoon opschrijven van gebeurtenissen en die te romantiseren.
“Ja, dat vooral. Ik heb veel geleerd van een leraar op de basisschool. Hij vond het lezen van mijn verhaaltjes leuk en gaf dan ook altijd feedback. Dat vond ik dan nooit zo leuk, want dat voelde als kritiek op mijn verhaal, maar onbewust heb ik de feedback toch meegenomen.” Lees verder >>

Demi Stein, stagiair bij Bazarow, vroeg mij of ik een interview met haar zag zitten. Na een super toffe video call, waarbij mij de hemd van het lijf werd gevraagd, is het interview gepubliceerd in Bazarow magazine!

Artikel door Demi Stein

Hoe was jij vroeger als kind? Speelde je veel buiten, of was je altijd wel met een boek te vinden? 
“Ik speelde heel erg veel buiten, met mijn buurjongen. Dan waren we bijvoorbeeld met stoepkrijt of een skippybal bezig. Als kind had ik wel een boxje met vierkante boekjes, ‘Berenboekjes’ heette dat. Echt lezen begon pas op de basisschool. Het eerste boek dat ik mij echt kan herinneren dat ik las was De verborgen tuin van Ada Ooms. Dat is het eerste kinderboek dat ik ooit kreeg en wat ik ook twee tot drie keer heb gelezen. Daarna kwam de Kippenvel-serie van R.L. Stine en de Hoe overleef ik-boeken van Francine Oomen.”

Welke auteur was jouw inspiratie om te beginnen met schrijven?
“De boekenserie waardoor ik ben gaan schrijven is The Mortal instruments-serie van Cassandra Clare, en dan vooral The Infernal devices, dat zijn nog steeds mijn favoriete boeken. De sfeer die ik daarbij voelde zorgde ervoor dat ik dacht ‘zo’n sfeer wil ik ook overbrengen in boeken’.”

Je schreef al op jonge leeftijd verhalen. Waar gingen jouw eerste verhalen over?
“Het eerste verhaal dat ik mij kan herinneren en ook voorlas aan de klas, ging over een meisje met haar zwarte kat in Egypte. Zij ging allemaal piramides in en beleefde daar allerlei avonturen.

De andere verhaaltjes waren tienerverhaaltjes gebaseerd op mijn eigen leven toen ik 13/14 jaar oud was, maar dan wat meer aangedikt. Als ik dan ergens bang voor was, bijvoorbeeld voor brand, dan ging ik schrijven dat een huis volledig affikte.”

Ik denk dat het een goede manier is om je schrijftalent verder te ontwikkelen. Het gewoon opschrijven van gebeurtenissen en die te romantiseren.
“Ja, dat vooral. Ik heb veel geleerd van een leraar op de basisschool. Hij vond het lezen van mijn verhaaltjes leuk en gaf dan ook altijd feedback. Dat vond ik dan nooit zo leuk, want dat voelde als kritiek op mijn verhaal, maar onbewust heb ik de feedback toch meegenomen.” Lees verder >>